Heico van der Blonk is sinds 1 september lector ‘circulaire economie’.
Twee weken geleden kwam het Centraal Planbureau met een rapport waarin de recycling van plastic onderuit wordt gehaald. Dat zou nauwelijks bijdragen aan het verminderen van de Co2-uitstoot.
‘Dat rapport was minder zwart-wit dan het in de media werd gebracht. Maar plastic recyclen is een lastig ding. Op dit moment wordt 90 procent alsnog verbrand, vanwege de lage kwaliteit van een groot deel van het ingezamelde plastic. Het CPB stelt terecht dat we wat betreft recyclen van plastic “terug naar de tekentafel” moeten. Kijk, het scheppen van een circulaire economie, waarbij in principe alles hergebruikt kan worden, is geen kwestie van even wat aan- en afvoerstromen verleggen. Het gaat erom: hoe organiseer je de schakels? Het voorkomen van afval en het terugwinnen van grondstoffen is belangrijk, maar het gaat ook om het ontwerp van een product. En hoe de consument daarmee omgaat. Om circulair te gaan werken moet je samenwerken. Niemand kan dat in zijn eentje. Toeleveranciers, klanten, afvalverwerkers, financiers – ze moeten allemaal anders gaan denken en werken.’
Dat klinkt heel gecompliceerd…
‘En zijn ook voorbeelden waarbij recyclen prima lukt. Denk aan glas, wat prima eindeloos opnieuw gebruikt kan worden. Bij papier zie je vaak dat het hergebruik laagwaardiger producten oplevert – downcycling noemen we dat – maar neem een ander voorbeeld: asfalt. Daar zat vroeger veel teer in en was erg milieubelastend. Nu bevat het geen teer meer en wordt het voor honderd procent hergebruikt.’
Wat gaat het lectoraat doen?
‘We gaan praktijkgericht onderzoek doen bij zes startups. Je ziet daarbij dat ze allemaal circulair denken, en circulaire oplossingen proberen te vinden. Ze willen werken met natuurlijke materialen of herbuikbare kunststoffen. Neem de “circulaire bank”. Die is bedacht door een startup. Het idee is dat de koper zijn bank steeds kan aanpassen door nieuwe delen te kopen, maar ook oude, versleten delen kan inleveren, die dan door het bedrijfje weer gerecycled worden.’
‘We willen het “leven” van zo’n startup in kaart brengen en als onderzoekers, samen met mensen uit het bedrijfsleven, de barrières identificeren waar die startups mee te maken krijgen. Dat kunnen technische barrières zijn, maar ook regelgeving. De ervaren mensen uit het bedrijfsleven kunnen hierover advies geven. Ik noem ons lectoraat niet voor niets ‘netwerken in een circulaire economie’: nice. Want het ontwikkelen van het juiste netwerk is heel belangrijk.’
En de hamvraag: wat heeft Windesheim daaraan?
‘Voor mij is belangrijk dat de kennis die we opdoen, waardevol is voor het onderwijs. Onze docent-onderzoekers moeten zo hun onderwijs kunnen verrijken. Om dat te bereiken moeten die mensen van de startups, uit het bedrijfsleven, de docenten en studenten heel vaak contact hebben. Ze moeten elkaar leren kennen.’ (MH)
Op 10 oktober is het de Dag van de Duurzaamheid. Ook Windesheim doet hier aan mee. Zie de het Evenement.