Doe jij niet twee studies tegelijk, heb jij je soulmate nog niet gevonden en ben je nog niet minstens de halve wereld afgereisd? Dan heb je het voor mekaar: op je twintigste al je leven verprutst. Want in je twenties moet alles gebeuren. Het moment waarop jij naar je ware zelf zoekt op een onbewoond eiland, terwijl je je in de gekste yoga-houdingen wringt en kokoswater drinkt, is begonnen.
Die indruk krijg ik tenminste, als je in de twintig bent en aan iemand vertelt dat je nog nooit in Amerika of Azië bent geweest. En eigenlijk ook geen behoefte hebt om met je backpack in een hutje te liggen ronken, om vervolgens gratis bedwantsen mee naar huis te nemen. “Och meid, je bent nu nog jong. Ga de wereld zien! Loop op je blote voeten over de Himalaya.” Waarom krijg ik het gevoel dat je er als twintiger niet bij hoort wanneer je geen drang hebt om in je eentje de halve wereld af te reizen, op zoek naar de zin van het leven? Wat als ik nog helemaal niet wíl weten wat nou de zin van het leven is?
Natuurlijk ben ik benieuwd naar nieuwe culturen. En ik geef toe: dat zongebruinde huidje en die wilde blonde haren, die je er tijdens de reis naar Australië of Thailand gratis bij lijkt te krijgen, zouden ook mij niet verkeerd staan. Uiteraard wil ik een profielfoto voor mijn Facebookpagina, waarop ik schommelend over de Grote Oceaan uitkijk. Maar moet ik al die dingen nu meteen beleven, binnen een tijdschaal van tien jaar? Want na je dertigste schijnen er belangrijkere dingen te zijn dan het smeren van bodylotion terwijl je op het witste strand van de wereld ligt.
Op zoek naar jezelf? Van een grote fles wijn schijn je ook heel eerlijk en spraakzaam te worden. De grootste geheimen over mijn ware ik komen dan vanzelf naar boven. Dan spreken we af dat je dit keer zelf mag kiezen waar je die fles leegdrinkt.
Michelle van der Molen,
oud-student journalistiek