De door het College van Bestuur gevraagde verdiepende analyse van de cijfers omtrent ongewenst gedrag, heeft geen heldere aanwijzingen opgeleverd over de oorzaken.
Een op de vijf medewerkers heeft één of meerdere vormen van ongewenst gedrag ervaren, zo bleek uit het recente Werkbelevingsonderzoek. Dat is weliswaar beduidend lager dan het landelijk gemiddelde of het gemiddelde in het onderwijs (beide 29 procent), maar het is een forse stijging vergeleken met het percentage dat naar voren kwam uit het onderzoek twee jaar geleden, toen ‘slechts’ 12 procent aangaf ongewenst gedrag te hebben ervaren. De stijging betrof vooral intimiderend gedrag. Het College van Bestuur had bureau Flycatcher daarom gevraagd om een nadere analyse van de enquêteresultaten. Deze analyse is eind december uitgevoerd en afgelopen maandag aan de Medezeggenschapsraad ter beschikking gesteld. Een duidelijke oorzaak komt uit deze cijfers echter niet uit naar voren. De percentages over ervaren ongewenst gedrag lopen weliswaar sterk uiteen per domein (van 14,4 procent bij techniek tot 26 procent bij bewegen en educatie) maar de stijging heeft zich bij alle domeinen en diensten voorgedaan. Ook een mogelijk verband met reorganisaties (die tot spanningen kunnen leiden, waardoor intimiderend gedrag kan worden ervaren) was niet aantoonbaar. Cvb-lid Inge Grimm heeft laten weten dat het College hoopt dat de zorgelijke stijging gekeerd kan worden door ‘het gesprek en goede communicatie.’ (MH)