Docenten moeten in gesprek gaan met studenten als ze vermoeden dat die met suïcidale gedachten rondlopen, zegt Josephine Geffroy.
Een student kwam vorige maand bij mij op gesprek. Hij had maar een verlangen: dat zijn ondraaglijke situatie zou stoppen. Hij bleef rondjes draaien in de gedachte dat zelfmoord de enige oplossing was. Hij wilde niet zozeer dood, maar ontsnappen aan de wanhoop die hij voelde. Na doorvragen heb ik hem in goed overleg met spoed doorverwezen voor verdere hulpverlening via de huisarts.
In Nederland maken ongeveer vijf mensen per dag een einde aan hun leven door zelfdoding. Ongeveer 1 op de 10 mensen heeft zelfdoding ooit serieus overwogen. Studenten vormen hierbij een kwetsbare groep. Suïcidaliteit komt vaker voor bij mensen met psychische klachten en vaak ontstaan deze klachten in de adolescentenleeftijd. Daarnaast verandert er veel in hun leven en is er weinig structuur. Daardoor kunnen studenten buiten beeld raken of zich eenzaam gaan voelen.
Welke student wel en niet een zelfmoordpoging gaat doen is niet te voorspellen. Wel kun je letten op signalen, zoals het doen van bepaalde uitspraken over zelfmoord of uitspraken die wijzen op een negatieve kijk op zichzelf, de omgeving en de toekomst. Suïcidaliteit gaat vaak gepaard met somberheid. Er kan sprake zijn van afzondering of verslechtering van studieprestaties of een plotselinge verandering in gedrag of gevoel.
De beste manier om erachter te komen of iemand aan zelfmoord denkt is ernaar te vragen. Vraag open hoe het met de student gaat, benoem de signalen die je ziet, geef aan dat je je zorgen maakt en vraag of de student weleens aan zelfmoord denkt. “Denk jij weleens aan zelfmoord?” Of “Heb je weleens het idee dat het leven niet meer de moeite waard is?” Deze vraag is niet alleen weggelegd voor studentenpsychologen, juist docenten die het eerste aanspreekpunt zijn kunnen deze vraag gewoon stellen. Studenten voelen vaak naast schaamte ook opluchting dat ze erover mogen praten. Door te praten wordt het rustiger in hun hoofd. De multidisciplinaire richtlijn Diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag adviseert daarom om ernaar te vragen bij uitingen van wanhoop en depressie, onverwachte veranderingen, ernstige verliezen of ingrijpende gebeurtenissen of in elke andere situatie waarin je vermoedt dat er sprake kan zijn van suïcidale gedachten.
Het bespreekbaar maken van zelfmoordgedachten opent de deur naar hulp. Hoe en naar wie je doorverwijst hangt af van de ernst van de klachten en of de student wel geholpen wil worden.
Studenten mogen zich niet zo hopeloos en eenzaam voelen dat zelfmoord nog hun enig perspectief lijkt. Laten we blijven werken aan een cultuur op Windesheim waar studenten zich door ons en door medestudenten gezien voelen. Dat we contact met ze maken en ze zich vertrouwd voelen om problemen met ons te delen. Wij zetten ons hiervoor in, help je mee?
Josephine Geffroy is studentenpsycholoog en studentendecaan. In het Stappenplan Suïcidepreventie op Sharenet staat welke stap je in welke situatie moet zetten.