Michelle: ‘Oh mama’

Het rolletje hangt daar verloren, zonder jasje aan. Een leeg kartonnetje, terwijl ik mij net had genesteld op de ijskoude wc-bril. Ik zucht en met mijn broek nog op de enkels struin ik de keukenkastjes af op zoek naar een nieuwe rol. Dit kan niet de laatste zijn, ik weet het zeker. Ik struikel over een paar schoenen van de vriend en weet meteen hoe laat het is. Deze indringer heeft ervoor gezorgd dat ik nu als een halvegare de kamer door hinkel op zoek naar een stuk papier. Een zucht dieper dan de Grote Oceaan ontsnapt aan mijn lippen.

Op zondagochtend slapen we extra lang uit. Maar de vriend is nog niet tevreden: “Als we lekker ontbijten in bed, kunnen we nóg langer slapen.” Ik voel de kruimels van de croissantjes met jam al in mijn rug prikken, nog voordat ik ze in de oven heb gestopt. Ik zie de net gezette koffie al in mijn net gewassen witte lakens trekken, onhandig als ik ben. “Uh, goed idee liefie, maar weet je wat? Ik maak het ontbijt wel gewoon klaar, blijf jij nog maar even liggen. Dan gaan we straks voor de televisie eten. Op de bank.” Daar waar je geen rommel kunt maken.

Ik raap sokken van de vloer die niet van mij zijn en sta op het randje van een zenuwinzinking als ik zie hoeveel afwas er nog ligt. Uit protest wil ik de vriend een foto sturen van alle rommel, als ik me net op tijd bedenk dat ik op iemand begin te lijken. Op iemand van wie ik heel veel hou, maar aan wie ik mij ook ontzettend goed kan ergeren als ze begint te zeuren over voor mij onbelangrijke dingen.

Snel verspreid ik de sokken van de vriend weer over de woonkamer. Toch gezellig om te kunnen zien dat hij is geweest. De volgende ochtend eet ik mijn croissantjes in bed en veeg ik de jamresten af aan de lakens.  Als de vriend het dopje op de tandpasta vergeet te draaien, geef ik hem een dikke kus. Ik ga dus echt never nooit niet op mijn moeder lijken.

 Michelle van der molen,
oud-student journalistiek

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *