In mijn ooghoek zie ik zijn kaken: ze gaan langzaam op en neer. De hand grijpt naar de bak popcorn als een graafmachine die op tilt slaat tijdens het scheppen. Het lijkt een hersenloos ritueel, maar het maakt een hels kabaal. Zijn moeder heeft hem vroeger niet geleerd om met z’n mond dicht te eten. Vanwege de mensen in de bioscoopzaal die wél willen horen waar de film over gaat.
Het meisje naast hem graait in haar bak popcorn alsof ze op zoek is naar het winnende lot. Elke keer als ik denk dat ze de bodem heeft gevonden, schrik ik weer op van een hard geroffel. Het blijkt een bodemloze put, die XL-bak met gepofte mais. Maar zij heeft nog de moeite genomen om geld uit te geven. Want wat is er nog erger dan een grijpgrage popcornvreter? Knisperende plastic zakjes van thuis. Die worden tijdens de film zogenaamd voorzichtig en onopvallend, maar met een hels kabaal uit de tas gehaald. Heerlijk, zo’n zakje met stinksalami.
Toch zijn etende mensen niet de enige stoorfactor die je tegenkomt tijdens een avondje bios. Na een halfuur reclame en voorstukjes van films voor het komende halfjaar, zijn er nóg mensen die presteren om te laat binnen te komen. Ze stappen de donkere zaal binnen zonder naar hun kaartje te kijken. Bij de ingang van de zaal, staan de rijnummers op de muur aangegeven. Zit je op rijnummer 4, stoel 8? Ga dan naar rechts. Maar natuurlijk is er altijd wel iemand die vervolgens iedereen laat opstaan, omdat hij naar de andere kant van de zaal moet. Pijnlijk.
Dat valt allemaal nog wel mee, hoor ik je denken. Wat een aansteller. Maar zullen we het dan eens over de kleffe stelletjes hebben? De stelletjes die tien euro p.p. hebben betaald voor een kaartje, maar niks van de film zien omdat ze het zo spannend vinden om in het donker te zoenen? En daarbij een stuk of tien keer tegen je stoel aanbonken, omdat ze hun benen niet kwijt kunnen tijdens hun stiekeme gefriemel. Ja, dat is irritant hè! Ik schrik nog meer van het geluid van een hard stukje mais tussen iemands tanden, dan van een spannende plottwist. De volgende keer neem ik mijn oordopjes mee.
Michelle van der Molen,
oud-student journalistiek